Om uw kat gezond te houden raden wij aan om uw kat te vaccineren en/of om een titerbepaling te laten doen.
Tijdens de vaccinatie wordt er via een injectie een dode of verzwakte ziektekiem gegeven. Deze injectie zorgt voor een reactie van het afweersysteem. Hierdoor wordt door middel van het vormen van antistoffen, de weerstand van uw kat tegen de veroorzakers van deze ziekten verhoogd. Als uw kat vervolgens in contact zou komen met een van deze ziekteverwekkers is er een grote kans dat uw kat hierdoor niet ziek wordt.
Met een titerbepaling kunnen we de aanwezige antistoffen bepalen. We nemen bloed af en weten tijdens het consult of er nog voldoende bescherming aanwezig is. Helaas kunnen we alleen de antistoffen aanwezig voor de kattenziekte bepalen. Voor de niesziekte blijft dus jaarlijkse vaccinatie nodig. Indien er voldoende antistoffen aanwezig zijn, hoeft uw kat op dat moment niet tegen kattenziekte gevaccineerd te worden.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de beste manier van vaccineren. We willen het liefst zo min mogelijk vaccineren, maar wel de optimale bescherming geven. We volgen de ontwikkelingen nauwgezet en indien nodig passen we ons schema aan. Het vaccinatie schema zoals het voor nu gehanteerd wordt ziet er als volgt uit:
Om uw kat gezond te houden raden wij aan om uw kat te vaccineren en/of om een titerbepaling te laten doen.
Tijdens de vaccinatie wordt er via een injectie een dode of verzwakte ziektekiem gegeven. Deze injectie zorgt voor een reactie van het afweersysteem. Hierdoor wordt door middel van het vormen van antistoffen, de weerstand van uw kat tegen de veroorzakers van deze ziekten verhoogd. Als uw kat vervolgens in contact zou komen met een van deze ziekteverwekkers is er een grote kans dat uw kat hierdoor niet ziek wordt.
Met een titerbepaling kunnen we de aanwezige antistoffen bepalen. We nemen bloed af en weten tijdens het consult of er nog voldoende bescherming aanwezig is. Helaas kunnen we alleen de antistoffen aanwezig voor de kattenziekte bepalen. Voor de niesziekte blijft dus jaarlijkse vaccinatie nodig. Indien er voldoende antistoffen aanwezig zijn, hoeft uw kat op dat moment niet tegen kattenziekte gevaccineerd te worden.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de beste manier van vaccineren. We willen het liefst zo min mogelijk vaccineren, maar wel de optimale bescherming geven. We volgen de ontwikkelingen nauwgezet en indien nodig passen we ons schema aan. Het vaccinatie schema zoals het voor nu gehanteerd wordt ziet er als volgt uit:
In-entingen (op leeftijd)
|
8/9 weken
|
12 weken
|
1 jaar
|
2 jaar
|
3 jaar
|
4 jaar
|
Niesziekte
|
X |
X |
X |
X |
X |
x |
Niesziekte BB neus-druppel
|
x |
|
x |
X |
X |
x |
Katten
ziekte |
X |
x |
x |
|
|
x |
Rabiës
|
|
X |
|
|
x |
|
Inentingen (op leeftijd)
|
8/9 weken
|
12 weken
|
1 jaar
|
2 jaar
|
3 jaar
|
4 jaar
|
Niesziekte
|
X |
X
|
X
|
X |
X |
X
|
Niesziekte BB neusdruppel
|
X
|
|
X
|
X |
X |
X
|
Kattenziekte |
X |
X
|
X
|
|
|
X
|
Rabiës
|
|
X |
|
|
X
|
|
U krijgt van ons jaarlijks een oproep voor de vaccinatie en/of titerbepaling en de daarbij behorende gezondheidscheck.
De ziektes waar we tegen vaccineren
Niesziekte
Niesziekte komt regelmatig voor bij kittens en volwassen katten. De klachten kunnen sterk wisselen. Katten kunnen klachtenvrij zijn, maar ze kunnen ook aan de ziekte overlijden. Daarom vaccineren we standaard tegen niesziekte. Katten die niet gevaccineerd zijn, kittens, oudere katten of katten met een verminderde weerstand hebben een grotere kans om ernstige klachten van niesziekte te krijgen.
Niesziekte begint vaak met een neusverkoudheid. Bij de ernstigere vorm gaat het over in een longontsteking. Hierdoor krijgen katten vaak een verminderde eetlust en drinken minder. Door deze situatie verslechterd het dier snel en kan in het ergste geval komen te overlijden.
De belangrijkste verwekkers zijn twee virussen: het Feline herpes virus en het Feline calicivirus. Deze twee verwekkers zitten in de standaard niesziekte inenting. De klachten kunnen door bijkomende bacteriën verergeren. Een belangrijke bacterie hierin is de Bordetella Bronchiseptica. Tegen deze verwekker kan uw kat ook beschermd worden door een extra neusdruppel inenting. Genaamd de BB inenting. Wanneer uw kat naar het pension gaat is deze vaccinatie daarom vaak ook verplicht.
Kattenziekte (feline parvovirus)
Kattenziekte is een zeer besmettelijke virale aandoening. Het tast het maagdarmkanaal aan, hierdoor krijgt de kat diarree. De diarree kan mild zijn maar ook zo ernstig dat het
dodelijk kan zijn. Als een drachtige poes geïnfecteerd raakt, kan dit leiden tot abortus of hersenschade bij de kittens.
Het virus valt ook de afweercellen van de kat aan. Hierdoor daalt de weerstand en wordt de kat ook vatbaar voor andere virussen en bacteriën.
Het virus kan in de ontlasting worden aangetoond. Er zijn helaas geen medicijnen tegen het virus zelf. De kat zal dus zelf het virus moeten overwinnen. De kans op herstel is
afhankelijk van de ernst van de ziekte, de conditie van de kat en de ondersteuning die geleverd wordt. Omdat de ziekte niet goed behandelbaar is en het vaak tot ernstige
gevolgen leidt, is het belangrijk om uw kat met een vaccinatie hier tegen te beschermen.
Rabiës
Rabiës (hondsdolheid) is een dodelijke virusziekte. In Nederland komt het gelukkig nog alleen voor bij vleermuizen. De inenting is daarom alleen verplicht als uw kat meegaat naar het buitenland of vanuit het buitenland naar Nederland komt.
Wanneer u naar het buitenland gaat moet de inenting minimaal 21 dagen voor vertrek gegeven worden. Vervolgens is de inenting 3 jaar geldig. De vaccinatie mag bovendien niet voor de 12 weken leeftijd gegeven worden.
Een andere situatie waarbij de rabiës ook gegeven moet worden is als uw kat gebeten is door een vleermuis. Dit moet binnen 48uur gebeuren. Is uw kat bovendien nog nooit eerder voor rabiës gevaccineerd dan moet de inenting na 3-5 dagen herhaald worden.
Wanneer een kat besmet is met rabiës zullen vooral gedragsveranderingen gaan opvallen. Uw kat zal agressiever worden. Bovendien krijgt hij of zij meer moeite met slikken en zal gaan speekselen. Vervolgens komen er meer verlammingsverschijnselen, beginnend bij de achterpoten. Binnen 7 dagen zal uw kat vaak komen te overlijden.
U krijgt van ons jaarlijks een oproep voor de vaccinatie en/of titerbepaling en de daarbij behorende gezondheidscheck.
De ziektes waar we tegen vaccineren
Niesziekte
Niesziekte komt regelmatig voor bij kittens en volwassen katten. De klachten kunnen sterk wisselen. Katten kunnen klachtenvrij zijn, maar ze kunnen ook aan de ziekte overlijden. Daarom vaccineren we standaard tegen niesziekte. Katten die niet gevaccineerd zijn, kittens, oudere katten of katten met een verminderde weerstand hebben een grotere kans om ernstige klachten van niesziekte te krijgen.
Niesziekte begint vaak met een neusverkoudheid. Bij de ernstigere vorm gaat het over in een longontsteking. Hierdoor krijgen katten vaak een verminderde eetlust en drinken minder. Door deze situatie verslechterd het dier snel en kan in het ergste geval komen te overlijden.
De belangrijkste verwekkers zijn twee virussen: het Feline herpes virus en het Feline calicivirus. Deze twee verwekkers zitten in de standaard niesziekte inenting. De klachten kunnen door bijkomende bacteriën verergeren. Een belangrijke bacterie hierin is de Bordetella Bronchiseptica. Tegen deze verwekker kan uw kat ook beschermd worden door een extra neusdruppel inenting. Genaamd de BB inenting. Wanneer uw kat naar het pension gaat is deze vaccinatie daarom vaak ook verplicht.
Kattenziekte (feline parvovirus)
Kattenziekte is een zeer besmettelijke virale aandoening. Het tast het maagdarmkanaal aan, hierdoor krijgt de kat diarree. De diarree kan mild zijn maar ook zo ernstig dat het dodelijk kan zijn. Als een drachtige
poes geïnfecteerd raakt, kan dit leiden tot abortus of hersenschade bij de kittens.
Het virus valt ook de afweercellen van de kat aan. Hierdoor daalt de weerstand en wordt de kat ook vatbaar voor andere virussen en bacteriën.
Het virus kan in de ontlasting worden aangetoond. Er zijn helaas geen medicijnen tegen het virus zelf. De kat zal dus zelf het virus moeten overwinnen. De kans op herstel is afhankelijk van de ernst van de ziekte,
de conditie van de kat en de ondersteuning die geleverd wordt. Omdat de ziekte niet goed behandelbaar is en het vaak tot ernstige gevolgen leidt, is het belangrijk om uw kat met een vaccinatie hier tegen te
beschermen.
Rabiës
Rabiës (hondsdolheid) is een dodelijke virusziekte. In Nederland komt het gelukkig nog alleen voor bij vleermuizen. De inenting is daarom alleen verplicht als uw kat meegaat naar het buitenland of vanuit het buitenland naar Nederland komt.
Wanneer u naar het buitenland gaat moet de inenting minimaal 21 dagen voor vertrek gegeven worden. Vervolgens is de inenting 3 jaar geldig. De vaccinatie mag bovendien niet voor de 12 weken leeftijd gegeven worden.
Een andere situatie waarbij de rabiës ook gegeven moet worden is als uw kat gebeten is door een vleermuis. Dit moet binnen 48uur gebeuren. Is uw kat bovendien nog nooit eerder voor rabiës gevaccineerd dan moet de inenting na 3-5 dagen herhaald worden.
Wanneer een kat besmet is met rabiës zullen vooral gedragsveranderingen gaan opvallen. Uw kat zal agressiever worden. Bovendien krijgt hij of zij meer moeite met slikken en zal gaan speekselen. Vervolgens komen er meer verlammingsverschijnselen, beginnend bij de achterpoten. Binnen 7 dagen zal uw kat vaak komen te overlijden.